Wat maakt dat we zeggen dat een leerling wel/niet in deze klas op zijn plaats zit?
- Kinderen met erg complexe zorgnoden, meeste kinderen hebben een meervoudige beperking
- Nood aan rust en veiligheid, welbevinden, basisbehoeften
- Accent op zinvolle dagbesteding
- Van 2,5 – 13 jaar
Zijn er objectieve meetstaven (bv. vaardigheden/niveaus…) die we idealiter behalen met de leerling?
- Kinderen die nood hebben aan basale activiteiten, zintuiglijk exploreren van de wereld, stimuleren van motorische vaardigheden, communicatie vaardigheden
- Baby, peuter, kleuter niveau
Waar onderscheidt deze klas zich mee van de andere klassen binnen de werking?
- Wanneer de kinderen cognitief meer aanbod nodig hebben stromen ze door naar de blauwe werking
- Oranje werking: Konijnenklas = kleuter en lagere school/ Berenklas = lagere school en meer nood aan structuur